6.3 Overige reserve
Bedragen x € 1.000 | 2019 | 2018 |
Stand per 1 januari | 786.032 | 876.758 |
Resultaat boekjaar | 162.604 | 31.925 |
Realisatie herwaardering als gevolg van desinvesteringen | 23.874 | 21.789 |
Aanpassing herwaarderingsreserve | - | -144.440 |
Stand per 31 december | 972.510 | 786.032 |
Resultaatbestemming boekjaar
Het resultaat na belastingen over 2019 is opgenomen in de post resultaat boekjaar van het eigen vermogen. De jaarrekening is opgesteld met in achtneming van het voorstel tot resultaatbestemming:
Van het resultaat boekjaar ad € 642,3 miljoen wordt voorgesteld € 443,6 miljoen ten gunste van de herwaarderingsreserve te brengen en € 36,1 miljoen ten gunste van de wettelijke en statutaire reserves te brengen en het restant ad € 162,6 miljoen ten gunste van de overige reserves te brengen.
Beleidswaarde
Per 31 december 2019 is in totaal € 4,0 miljard aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2018: € 3,6 miljard), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Uitgaande van waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is een bedrag van € 3,4 miljard in het eigen vermogen begrepen dat op basis van het beleid van de corporatie niet kan worden gerealiseerd. De realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van de Toegelaten instelling. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.